Natuur lijdt onder opmars exoten

De Nederlandse fauna wordt in toenemende mate bedreigd door exotische dieren en planten. De opmars is schadelijk voor inheemse diersoorten. Het ministerie van Landbouw en Natuurbeheer wil het aantal binnendringers een halt toe roepen.

Uit onderzoek van de Technische Universiteit Delft, het Milieu en NatuurPlanbureau en het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) blijkt dat de schade als gevolg van bio-invasies alleen al in Nederland wordt becijferd op 1,3 tot 2,2 miljard euro per jaar. Kwetsbaar zijn land- en tuinbouw, het milieu, de natuur en de volksgezondheid (virussen).

Volgens een woordvoerster van het ministerie wordt momenteel een lijst opgesteld van schadelijke dieren en planten die moeten worden bestreden. Zo blijkt de grote waternavel uit Zuid-Amerika, een woekerende waterplant die wordt gebruikt in tuinvijvers, vrijwel onstuitbaar. Gemalen raken erdoor verstopt. De handel in de plant is sinds kort verboden.

In de natuur groeit het aantal Noord-Amerikaanse brulkikkers, muskusratten en zogeheten halsbandparkieten, die complete parken tot hun territorium hebben gemaakt. Door klimaatverandering en globalisering van verkeer en vervoer duiken de exotische dier- en plantsoorten op in de Nederlandse natuur.

Naast de parkieten en brulkikkers komen ook zoogdieren als de wasbeer en de Amerikaanse eekhoorn voor. In de IJssel werden de afgelopen weken agressieve bijtschildpadden gesignaleerd. De uitheemse soorten komen hier terecht via dierenimport. In rivieren en sloten zijn bij voorbeeld al roodwangschildpadden en Chinese korfmosselen aangetroffen. Bio-invasies worden ook veroorzaakt doordat liefhebbers hun dieren dumpen of laten ontsnappen. Zo richt de muntjak (een kleine hertsoort) veel schade aan. Het jonge dier werd vaak gehouden op kinderboerderijen. Volwassen exemplaren zijn echter agressief en worden daarom losgelaten.

Uitheemse diersoorten kunnen voor inheemse soorten dodelijk zijn. De Europese eekhoorn is bijvoorbeeld niet opgewassen tegen zijn grotere Amerikaanse evenknie. Volgens Van der Weijden van het Centrum voor Landbouw en Milieu is de signalering van bijtschilpadden in de Gelderse IJssel opmerkelijk, omdat reptielen zich niet snel wagen in een nieuwe omgeving.


Uit de volkskrant van 18 augustus 2005

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *